donderdag 24 december 2009

wij zien ons allemaal als roedelleider,ziet de hond je ook zo?
volgens nieuwe onderzoeken niet

In de afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken verricht
waaruit blijkt hoe honden de mensen zien
en in het bijzonder hoe zij de relatie tussen mens en hond ervaren.
Evenzo zijn er verschillende boeken en publicaties verschenen (John Fisher,Ray Coppinger)waarin
het idee dat onze huishonden,
als ze de kans zouden krijgen, een hogere positie in het gezin proberen te verkrijgen,
wordt onkracht.
Dit artikeltje vat een aantal van deze nieuwe onderzoeken en theorieën samen,
gecombineerd met mijn eigen ideeën over dit onderwerp,
en geeft een ander inzicht in het begrip "dominatie".
Met andere woorden: proberen honden echt een hogere status in het gezin te verkrijgen? Is dit feit of fantasie?
Als je een hond hebt, ben je dan de roedelleider, de alfa?
Ben je er zeker van dat met moeder, vader, 2 kinderen en een hond,
de hond de laagste in de rangorde is?
Al vele jaren lang wordt er gezegd dat de mens de roedelleider moet zijn.
Iedereen in het gezin moet dominant over de hond zijn, want anders wordt de hond dominant
over de mens.
Ieder teken van menselijke zwakheid zou er toe leiden dat een hond
met een dominante instelling hiervan misbruik zal maken
en een greep naar een hogere status in de "roedel" zal doen.
Dit, zo werd ons voorgehouden, zal zeer waarschijnlijk tot gedragsproblemen leiden
of tot het weigeren van het opvolgen van commando's.
Om dit te voorkomen werd ons geadviseerd om een "Rank Reduction Programma" te volgen dat,
onder andere inhield: eten voor dat de hond eten krijgt, hem niet toestaan om op je bed te slapen,
geen trekspelletjes doen en hem zeker niet als eerste door een deur te laten gaan.
Daarbij, omdat de hond een afstammeling is van de wolf,
is het Rank Reduction Programma gebaseerd op wolvengedrag,
ondanks het feit dat we een hond in onze woonkamer hebben, geen wolf.
Omdat recent nieuw onderzoek en nieuwe theorieën over hondengedrag beschikbaar zijn gekomen
zullen we uit belangstelling het hondenleven eens van een andere kant bekijken.
De eerste vraag die we moeten bekijken is of de hond een roedeldier is.
Volgens Ray Coppinger - een etholoog - is hij dat niet.
Hij bestudeerde enkele jaren lang een groep wilde honden die rond een dorp leefden.
Zij beschikten over alle middelen om te overleven, voer van de afvalhopen uit het dorp,
water en beschutting waardoor er geen reden was om een roedel te vormen.
Ze leefden semi-solitair of in kleine groepen,
waarschijnlijk de moeder met haar nakomelingen. We weten dat honden, net als wij,
sociale dieren zijn en dat ze daardoor kunnen samenleven onder een dak.
Waarom, op basis van Coppinger's onderzoek,
zouden honden met ons een roedel willen vormen als wij onze honden voorzien van
voldoende voedsel, water is altijd aanwezig,
ze hebben een vijf-sterren onderkomen en in beweging en gezondheidszorg wordt voorzien.
Een ander aspect van de roedel-theorie is dat roedels alleen kunnen bestaan uit dieren
van dezelfde soort. Daarom kunnen honden en mensen geen roedel vormen in de ware zin van het woord;
een sociale groep, ja, maar geen roedel. Honden denken niet als wij,
gedragen zich niet als wij, ruiken niet als wij of leven bij de zelfde waarden en normen.
Gegeven deze feiten, zouden we dan geen vraagtekens moeten plaatsen bij de stelling dat honden altijd op zoek zijn naar mogelijkheden
een hogere status te verkrijgen?
Voor zijn trieste, voortijdige dood, begon John Fisher de discussie al of honden zich als
onderdeel van onze roedel zien en of ze zouden moeten leven volgens de roedelregels
die zogenaamd onze roedel-leiders positie versterken.
Helaas heeft hij niet de kans gehad om veel van zijn vernieuwde inzichten op papier te zetten;
alhoewel een van de weinige dingen die hij wel publiceerde was: "...als dit is zoals u wilt leven met uw hond,
dan heb ik nieuws dat veel mensen, die er naar streven de Alfa status te bereiken,
zal teleurstellen - het betekent geen ene zak voor uw hond".
Ik denk dat het zinvol is een aantal roedelregels ter discussie te stellen die vele jaren verkondigd werden om te voorkomen dat een hond dominant werd.
Hou hierbij in gedachten dat de regels gebaseerd zijn op hoe wolven zich gedragen en niet hoe onze gedomesticeerde honden zich gedragen.
Eet iets voordat de hond zijn eten krijgt, omdat de Alfa altijd als eerste eet. Dus,
we halen onze pup in huis, roepen de hele familie bij elkaar, eten een cracker en geven dan de pup zijn eten. Wat zal de pup hier nu echt van begrijpen?
Niets! Volgens onderzoek van David Mech,(bestudeerde jarenlang wolven roedels) bestaat er in een
vrij levende wolven-roedel helemaal geen rangorde bij het eten als de prooi groot genoeg is.
Is er een voedsel tekort, dan zullen de pups als eerste eten.
De teef heeft 50% van haar genen geinvesteerd in haar nakomelingen en om voortbestaan van de groep veilig te stellen
is zij de eerste die niet eet. Ons gedrag om de pup te laten wachten kan stress veroorzaken of
we kunnen hem zelfs aanmoedigen om op te springen en het eten dan maar zelf te pakken.
Ga voor de pup door de deur want ondergeschikte wolven stappen opzij
om de Alfa als eerste door een smalle opening te laten gaan.
Omdat de hond-hond communicatie verschilt van de hond-mens communicatie,
bestaat er dan een kans dat de pup begrijpt welke boodschap schuil gaat achter dit gedrag?
We kunnen niet de lichaamstaal of de gezichtsuitdrukking van een hond nabootsen,
daardoor zal het ware doel achter deze regel verloren gaan voor de hond.
Een hond die trekt aan de riem probeert de leiding over te nemen, net als een dominante wolf
bepaalt waar de roedel heen gaat.
Ok, dus een hond die naar het park loopt trekt aan de riem omdat hij zo opgewonden is over
het vooruitzicht van even lekker dollen.
Op de terugweg, als hij moe is, loopt hij aan een losse riem.
Moeten we hieruit afleiden dat de hond dominant is wanneer we naar het park gaan
en ondergeschikt als we weer naar huis gaan. Gezond verstand zegt van niet.
Het vergelijk tussen het gedrag van honden en het gedrag van wolven is misleidend.
Alhoewel de hond geëvolueerd is vanuit de wolf, is de wolf erg weinig veranderd.
Aan de andere kant hebben wij allerlei rassen geproduceerd met verschillende vormen en maten.
We hebben rassen met verschillende vachtkleuren, verschillende vachtstructuren,
lengte en zelfs helemaal geen vacht. We hebben honden met verschillende gangwerk,
staart en oorhouding. We hebben honden gefokt om de mens te helpen bij het bewaken,
apporteren, hoeden, trekken, jagen en gewoon als schoothondje.
De hersenen van de hond zijn veranderd; ze zijn kleiner dan van de wolf,
ze hebben een andere structuur, andere aansturing van de motoriek, drive en motivatie.
Een hond is geen wolf in een hondenjasje; het is gewoon een hond!
Er zijn natuurlijk geen garanties dat een hond geen gedragsproblemen zal ontwikkelen,
maar het zijn de stappen die de eigenaar neemt omdat risico te beperken.
Meestal maakt een fokker een begin maken met het socialisatie proces,
een proces dat vervolgd moet worden als de pup in zijn nieuwe huis komt.
Leer het de huisregels zodat het weet wat wel en niet mag.
Als het niet op prijs gesteld wordt dat een grote, harige, volwassen hond op de bank ligt,
moedig dan de pup ook niet aan dit te doen.
Begin direct met een elementaire gehoorzaamheidstraining op basis van positieve beloning zodat
de pup uitgroeit tot een sociale, wel gemanierde hond.
We hoeven geen Alfa, dominant of roedelleider te zijn, evenmin als onze hond.
Het enige dat we moeten zijn is een verantwoordelijke eigenaar die zijn hond leiding geeft
en zijn gedrag beïnvloedt en vormt door een juiste socialisatie en opvoeding
zodat ze in harmonie met ons kunnen leven.
Bron : Barry Eaton , Ray Coppinger, John Fisher