zondag 23 augustus 2009

Honden en roedel

Algemeen bekend; honden/wolven leven in een roedel.

De reden dat ze in een roedel leven zijn:
- Jacht op grote prooidieren, die moeten ze dus in groepen bejagen, alleen kan niet.
- Hoe groter de prooidieren, hoe groter de groep wolven zal zijn.
- Verdediging territorium: dat gebied is zo groot, dat een wolf alleen dit niet kan bewaken.
- Verzorging van de jongen.

Aangezien de dieren dus nauw moeten samenwerken en leven, heersen er afspraken binnen de groep. Anders zou er immers een constante strijd ontstaan over bijvoorbeeld de ranghoogste positie, waarbij de dieren elkaar hevig zouden kunnen verwonden. Agressieve contacten moeten zoveel mogelijk beperkt worden, waardoor voorkomen wordt dat er schade wordt toegebracht aan de roedelgenoten. Bij ongeremde agressie kan immers een van de roedelgenoten de dood vinden.
Communicatie en ritualisatie (het tot signaal worden van bepaald gedrag, waardoor je een soort van gebarentaal krijgt) zijn middelen waarmee bijvoorbeeld agressie in minder riskante banen geleid kan worden. Ook een duidelijke rangorde vermindert conflicten.

Binnen een roedel bestaan vaste dominantieverhoudingen. Bovenaan de groep staat de alphateef. Zij staat boven de reu omdat zij verantwoordelijk is voor de voortplanting. Zij is dus de dominant in de groep, gevolgd door de alphareu. De alphareu wordt in de roedel veelal opgevolgd door een aantal reuen, waarna helemaal onderaan de roedel soms nog wat teven staan. Dat is dus tevens de reden dat binnen een huisgezin twee teven niet bepaald een geweldige combinatie is, mits de dominantieverhouding erg duidelijk is doordat een van de twee duidelijk de dominant is en de ander echt de ranglaagste. Beter is echter om de roedel te laten bestaan uit een reu en een teef

Wat precies bepaald dat de ene hond dominant is en de andere hond niet, dat is nog niet bekend. Wellicht heeft het veel te maken met de hormoonhuishouding en de aanmaak van testosteron. Inmiddels heeft men namelijk wel bewezen dat wanneer in de baarmoeder een teef tussen twee reuen in ligt er een uitwisseling van hormonen plaatsvindt. Dit zorgt ervoor dat wanneer de teef de mannelijke hormonen van haar broertjes heeft ontvangen in de baarmoeder (doordat ze er tussenin ligt)deze teef een dominanter type is. Een teef uit een nest met alleen maar reuen zal dus een meer dominante teef zijn.
Goed, deze dominantieverhoudingen binnen de roedel moeten aan elkaar worden overgebracht. Daarvoor zijn een aantal communicatiemiddelen. Een van die communicatiemiddelen is lichaamstaal.
Een dominante of zelfverzekerde lichaamshouding herken je aan:
- Hoge houding van de staart
- Omhoog staan van de oren
- Naar vorenstaande mondhoeken
- Hoge romp

Een onderdanige of angstige houding herken je aan:
- Lage houding van de staart
- Naar achterstaande oren
- Naar achterstaande mondhoeken
- Lage romp

Een hond die zonder interactie met soortgenoten of mensen een hoge of lage houding aanneemt, geeft daarmee zelfverzekerdheid of angst weer. Dominantie en/of onderdanigheid bestaat dus alleen binnen een relatie. Tijdens een ontmoeting met een totale vreemde zal de houding dus zekerheid of onzekerheid uitstralen. Er is dan immers nog geen sprake van een relatie. De dominantie is enkel en alleen afleesbaar uit houdingen, niet uit gedrag!!!

Dus : Gedrag bepaalt niet wie er dominant is, alleen houding bepaalt dat!
Los van de houding bezit de hond nog tal van middelen om zijn gemoedstoestand weer te geven. Zo zijn er:
- Vocalisatie's (zoals grommen,huilen en blaffen)
- Al dan niet opzetten van de haren (borstelen)
- Tanden laten zien
- Verspreiding van geuren
- Kijkgedrag
- Kwispelen
- Laten zien van de tong
Even kort wat toelichting, omdat dat leuk is :
Blaffen gebeurt in verschillende tonen, evenals grommen. Lage tonen geven vaak aan dat het menens is en duiden op agressie. Hoge tonen daarentegen geven vaak angst en onzekerheid weer. Fluctueren de tonen duidt het op spelgedrag. (dus van hoog naar laag)
Zo heb je dus ook allerlei kwispels:
Een hoge stijve kwispel duidt op agressie. (komt dus uit het gedragssysteem agressie wat op dat moment geactiveerd is)

De zogenaamde zwabberkwispel is blij en vrolijk gedrag.
Een lage kwispel duidt op angstgedrag/onderdanig gedrag.
En de propellerkwispel (rondjes draaien met de staart) is een vorm van successief ambivalent gedrag. (opeenvolgt dominant voelen =staart hoog en onderdanig voelen=staart laag)

Dominant en onderdanig gedrag
Gebaren en het gedrag zijn andere manieren om aan de groep over te brengen hoe de hond zich voelt. Als eerste dient daarbij opgemerkt te worden dat een hond dominant gedrag kan vertonen zonder dominant te zijn.
Dominante gedragingen zijn:
- Over de snuit bijten
- Over/in de nek bijten
- Poot op de schoft leggen
- Bovenstaan(over een kleinere hond, over een liggende eigenaar of de weg van de eigenaar blokkeren)

Onderdanige gedragingen zijn:
- Likken van de mondhoeken van ander dier (actief onderdanig gedrag)
- Tongelen (eigen neus likken zeg maar)
- Pootje geven
- Op de rug gaan liggen (passief onderdanig gedrag)

Het vertonen van dominant gedrag gaat niet altijd gepaard met een hoge houding. Een hond hoeft immers niet dominant te zijn om dominant gedrag te kunnen vertonen. Tijdens de interactie zal altijd 1 dier een hogere houding hebben, in ieder geval altijd als laatste een hogere houding hebben. Dit is dan de dominant. Wanneer een ranglagere dominant gedrag vertoont naar een ranghogere is er sprake van een rangordeconflict. Een rangordeconflict is dus dominant zijn terwijl je het niet bent!
Soms kan het erg moeilijk zijn om te bezien of gedrag als dominant gedrag bedoeld is of niet.
Neem bijvoorbeeld het opspringen. We hebben net gelezen dat je uit de houding dus niet de intentie van het gedrag kan waarnemen. (mondhoeklikken of poot op schoft) Eigenlijk kun je dus alleen zien of het opspringen bedoeld is als dominant gedrag door naar andere factoren te kijken. De hond zal opspringen om je mondhoeken te kunnen likken als het vriendschappelijk bedoeld is. De enige manier om te kunnen zien hoe de hond het opspringen bedoelt is dus te kijken of de hond likbewegingen maakt.
Er bestaan nogal wat fabeltjes over dominant gedrag. Zo zou borstelen met een borstel dus als dominante handeling worden gezien, evenals bijvoorbeeld het optillen van de hond. Als je je dan bedenkt dat bijvoorbeeld borstelen (met een borstel dus) valt onder verzorgingsgedrag, wat dus vaker plaats vindt van een ranglagere naar een ranghogere, kun je je bedenken dat als een eigenaar een hond borstelt dit niks te maken heeft met dominant gedrag. Het is verzorgingsgedrag, wat vriendschappelijk is. Het staat dus los van rangorde. Ook het optillen van je hond is geen dominante handeling. Je tilt je hond immers naar een hoge positie toe, dus het werkt eerder andersom.

Wanneer een hond maar vaak genoeg dominant gedrag kan vertonen en hiervoor niet gestraft wordt of zelfs beloond voor wordt, kan er op een subtiele wijze een rangswisseling plaatsvinden. De eigenaar wordt zich hier meestal te laat van bewust. Hij wordt dan geconfronteerd met een probleem, waarbij hij zelfs het risico loopt om gebeten te worden. Een ranghogere mag immers een ranglagere(sociaal samenlevend) corrigeren voor gedrag.
In conflicten zal de dominant eerder de zijde van de winnaar kiezen. Dat moet een eigenaar zich dus realiseren. De ranglaagste verdient de correctie. Hier gaat het met mensen en honden nogal eens fout. Mensen zijn immers geneigd de zijde van de "underdog" te kiezen.
Dan bestaat er ook nog de term "de afhankelijke rang". Dit is voor het eerst beschreven bij apengroepen. Hier bleek dat jonge dieren van dominante moeders al snel dominant werden over oudere dieren waarover de moeder al dominant was. De moeder zal haar jong immers steunen in conflictsituaties met de oudere dieren waarover zijzelf al dominant is. In dit soort situaties waarin de moeder AANWEZIG is, is het jong dus dominant over de oudere dieren. Is de moeder echter afwezig, zal het jong is dezelfde relaties ondergeschikt zijn.
In een gezinsleven waar een hond aanwezig is tezamen met kinderen jonger dan 12 jaar, is er dus altijd sprake van een afhankelijke rang. Een kind onder de 12 kan niet zelfstandig dominant-samenlevend zijn over de hond. Het kind kan wel met steun van de dominante-samenlevende ouder dominant zijn over de hond. Hierbij is het noodzaak dat de ouder dus aanwezig is. In afwezigheid van de ouder is de hond immers de dominant. Vandaar; laat kinderen nooit alleen met de hond, hoe goed het ook gaat!
Verder is belangrijk dat men zich realiseert dat door deze afhankelijke rang een kind een hond dus nooit kan dwingen tot het opvolgen van commando's. Accepteer dat ook en ga niet als ouder de hond dwingen om alsnog het commando uit te voeren. Hierdoor kunnen vroeg of laat rangordeconflicten ontstaan tussen de hond en het kind. Het verstoppen van een hondenkoekje of een speelgoedje en de hond het vervolgens laten zoeken zijn leuke spelletjes voor hond en kind om te doen.
Dominantieverhoudingen staan vast binnen een roedel. De leider echter niet. De dominant kan taken delegeren waardoor een andere hond/wolf de leiding neemt. De dominant is dus gelijk, maar de leider kan wisselen.Zo kan het zijn dat een andere hond de leiding heeft met bijvoorbeeld de jacht. Dit gebeurt wel op aangeven van de dominant. Het werkt ook zo tussen honden en mensen. Een hond die trekt aan de lijn, heeft dus op dat moment de leiding. Dit zegt dus niks over de dominantieverhouding tussen de hond en de baas. Om over die dominantieverhouding iets te kunnen zeggen moet je dan dus weer naar die houding kijken..immers, gedrag zegt niks over de dominantieverhouding.
Een ander fenomeen wat samenhangt met de dominantieverhoudingen is de gedragssynchronisatie. Dit wil zo veel zeggen dat de alphahond de stemming vaak bepaald. De stemming van de ranghoogste (in de samenleving)wordt overgenomen door de ranglageren. Ook kan de individuele hond zich aanpassen aan de stemming die heerst binnen de roedel. Dit fenomeen zie je nogal eens terug bij honden die de opgewonden stemming van de eigenaar overnemen als bijvoorbeeld de deurbel gaat. Of een hond die agressief reageert op andere honden, omdat de eigenaar de lijn kort neemt en bijvoorbeeld bang is voor de andere hond. De hond neemt alleen maar de stemming over van de eigenaar als de eigenaar de dominant-samenlevende is over de hond. Honden kunnen niet imiteren. Ze kunnen alleen het gevoel en de stemming overnemen, waardoor gedrag er hetzelfde uit kan zien. Dat heet dus gedragsynchronisatie. De alpha bepaalt de stemming.

Het verschil tussen honden en wolven ligt hem in het feit dat de hond in feite een niet volwassen wolf is en blijft. De hond behoudt in tegenstelling tot de wolf juveniele (jeugdige) eigenschappen en komt geestelijk niet tot volwassenheid de hond heeft ook kleinere hersenen dan de wolf. Dit is geheel in ons voordeel en maakt dat wij onze honden kunnen houden in deze maatschappij.Zo is het aan het juveniele gedrag van de honden te danken dat ze bijvoorbeeld vreemde honden niet doodbijten. Bij wolven geldt de bijtrem alleen binnen de roedel. De dieren van buiten de roedel worden zonder meer bijna allemaal gedood. Gezien de eigenschappen van onze honden gebeurt het doodbijten van een hond van buiten de roedel gelukkig zelden, al is het dus geen gestoord gedrag!!!
Agressie en spel
Agressie en spel overlappen elkaar nogal in gedragingen. Zo komt bijvoorbeeld bijten voor bij het spelen maar ook bij agressie. Dit maakt het soms voor ons eigenaren en soms ook voor de hond nogal onduidelijk.
Agressie kunnen we herkennen aan :
- Fixeren
- Borstelen (kan soms ook angst zijn)
- Grommen
- Blaffen
- Laten zien van tanden.
Een open bek duidt op een intentie tot bijten. Een combinatie van een open bek en het laten zien van tanden duidt dus op een agressieve bijtintentie, terwijl een open bek zonder het zichtbaar zijn van tanden duidt op een spelbijtintentie. Er zijn natuurlijk meerdere verschillen. Zo zal een hond tijdens het vertonen van spelagressie niet borstelen of laag grommen. Grommen duidt er wel op dat het spel tamelijk serieus begint te worden en de hond de competitie aangaat. Aan de stand van de oren kun je ook duidelijk de motivatie van het getoonde gedrag zien.Staan de oren in de spelstand (= zijwaarts gericht) is de hond nog steeds aan het spelen.
Tijdens het spel kan de hond wel proberen wat zijn kansen zijn om in de rangorde van de samenleving te klimmen. Het is aan de eigenaar om daar attent op te zijn en te zien wanneer het spelletje serieus wordt. Het is de dominant-samenlevende die het meeste de spelletjes wint en ook als laatste het spelletje wint , die het meeste dominant gedrag vertoond en het meeste knauwt. Het hoeft niet de ranghoogste te zijn die met het spelletje begint. Ook een ranglagere kan en mag het initiatief nemen tot een speluitnodiging naar een ranghogere. Het is dan aan de dominant of die erop in wil gaan.
Tijdens het spel wordt er gebruik gemaakt van de zogenaamde "spelbow". Hierbij zakt de hond door de voorpoten en het voordeel is dat het zoeken van contact op die wijze minder bedreigend is. Tijdens het spelen wordt de buiging nog wel eens getoond als excuses voor te hard spel.

Basisprincipe's opvoeding
Voor het instellen van de gewenste rangorde staan er een aantal middelen ter beschikking. We praten dan over dominante handelingen. Bij alles wat we met de hond ondernemen moeten we ons bewust zijn van de indruk die dit op de hond achterlaat.je wordt hierdoor geen roedelleider
maar wordt de dominante samenlevende(omdat je als niet hond geen roedelleider kunt zijn)
Een aantal dominante handelingen zijn:
- Initiatief nemen/ de leiding nemen
-Voer aanreiken
- Richting bepalen met wandelen
- Hoge positie innemen bijvoorbeeld op de bank zitten
- Over de hond heen staan (bovenstaan)
- Hand over de snuit heen leggen (over de snuit bijten)
- Hand op de schoft van de hond leggen
- Uitvoering van commando's eisen
- Spel winnen
Naast de sterkte van straf of beloning is ook de timing erg belangrijk. Eigenlijk kun je aanhouden dat als je binnen twee tellen straft/beloond voor bepaald gedrag, de hond de link tussen dit gedrag en de beloning/straf nog zal leggen. Na zo'n 5 seconde legt de hond niet direct de link meer.Spelen kan niet als beloning worden gebruikt tijdens de training. Alleen al gezien het tijdsbestek waarbinnen de beloning gegeven dient te worden (die twee tellen) is dat dus niet mogelijk. Wel kan er een speeltje worden gegeven aan de hond. Wel is spelen een prettige ervaring voor de hond en kan dus wel als therapiemethode worden gebruikt, bijvoorbeeld als afleiding bij moeilijke situaties. Verder kan spel worden gezien als een rangordebevestigende handeling, als de baas tenminste de meeste spelletjes wint.
De baas moet dus de spelleider zijn. Verder moet er rekening worden gehouden met dat de opwinding tijdens het spel ervoor kan zorgen dat het spel omslaat tot spelagressie en dat spelagressie weer een verstoorde dominantieverhouding tot gevolg kan hebben.

Nog wat losse dingetjes:
Resource holding potential is de term die staat voor het KUNNEN behouden van voorwerpen , wat dus is voorbehouden aan de dominant. Dit wil dus niet zeggen dat de dominant altijd alles in zijn bezit heeft. Het gaat om het "idee". Hier vanuit kan het ter bevestiging van de rangorde goed zijn om met je eigen speeltjes (bijvoorbeeld een aparte bal of touw) met de hond te spelen en niet met de speeltjes van de hond, die de hond dus na afloop mag houden. "je eigen speeltjes" gaan na het spelen de kast weer in en blijven zo uiteindelijk dus in het bezit van de dominant.
Ook het apporteren is een onderdeel van dit gedrag. De mening dat het apporteren voortkomt uit voedselterugbrengdrift is niet waar. Apporteren is competitief gedrag, dus het graag willen hebben van voorwerpen en graag willen ronddragen van dingen. Een hond die niet competitief is, bijvoorbeeld omdat de hond te laag staat in de rangorde en de eigenaar te dominant is, wil dus niet apporteren. Soms kan de apporteerdrang dan worden gestimuleerd door de hond onder andere vaker spelletjes te laten winnen, waardoor de competitie tussen de hond en zijn baas wat wordt aangewakkerd.
Angstagressie wordt niet gecorrigeerd, ook door honden onderling niet.Als er twee honden vechten in een gezin.In principe Niet mee bemoeien!!!! Als het twee teven betreft is het eigenlijk de beste oplossing om de teven te scheiden. Wanneer de honden vechten in aanwezigheid van de eigenaar gaat de eigenaar verkeerd om met de rangorde. Vechten de honden in afwezigheid van de eigenaar, dan heeft de eigenaar een afhankelijke rang gecreƫerd en is de eigenaar erg dominant, waardoor de honden niet in bijzijn van de eigenaar durven in te grijpen.

Peter Hoekstra

1 opmerking:

  1. Een hele interessante tekst om te lezen Pedro!
    Heb er heel veel van kunnen leren.

    BeantwoordenVerwijderen